Wat mij in aansluiting op de abstracte lessen van ECIW steeds meer interesseert, is hoe je deze inzichten daadwerkelijk in de praktijk brengt. Want het is één ding om te lezen en te begrijpen wat er wordt bedoeld met liefde, eenheid en ware essentie, maar iets heel anders om dit toe te passen in het dagelijks leven, midden in menselijk gedrag, emoties en situaties.
Het inzicht dat ik recent had, gaat over het verschil tussen wie wij in wezen zijn en het gedrag dat wijzelf of anderen laten zien in deze wereld. Vanuit ECIW gezien zijn wij in onze ware essentie liefde, één met de Bron, onschuldig en heel. Dat kan ik steeds helderder zien, zowel in mezelf als in iedereen om mij heen.
Tegelijkertijd voelt het voor mij naïef om het gedrag dat we hier op aarde zien, ook als liefdevol te bestempelen. Er is zoveel gedrag dat voortkomt uit angst, verwarring, pijn en afscheiding. Als ik dat allemaal zou wegpoetsen onder het label liefde, zou ik mijn ogen sluiten voor wat er daadwerkelijk gebeurt.
In het licht van ECIW zie ik nu dat dit geen tegenstelling is, maar juist een belangrijk onderscheid. Essentie en gedrag bevinden zich op twee verschillende niveaus. Gedrag speelt zich af in de wereld van vorm, perceptie en angst. Het zegt iets over de vergissing waarin iemand zich bevindt, maar niets over wie die persoon werkelijk is. De essentie daarentegen is onveranderlijk, liefdevol en onaangetast, ongeacht wat er aan de oppervlakte gebeurt.
ECIW vraagt dus niet van ons om gedrag goed te praten of om passief te worden. Het vraagt ons om te leren kijken zonder iemand te vereenzelvigen met zijn gedrag. Iemand kan zich destructief, agressief of afstandelijk gedragen en tegelijkertijd in wezen onschuldig zijn. Dat betekent niet dat het gedrag oké is, maar dat het niet de waarheid over die persoon vertegenwoordigt.
In de praktijk betekent dit voor mij dat ik helder mag blijven in de wereld. Grenzen stellen, nee zeggen, afstand nemen of handelen wanneer dat nodig is, hoort daar gewoon bij. Het verschil zit niet in wat ik doe, maar in de plek van waaruit ik het doe. Doe ik het vanuit oordeel en aanval, of vanuit rust en helderheid, zonder de ander innerlijk te veroordelen.
ECIW leert dat aanval altijd voortkomt uit angst en daarmee een roep om liefde is. Niet omdat het gedrag liefdevol is, maar omdat het voortkomt uit een vergissing over onze identiteit. Door dit te zien, hoef ik het gedrag niet te ontkennen, maar kan ik wel stoppen met het veroordelen van de persoon.
Uiteindelijk nodigt ECIW mij uit om mijn eigen waarneming te laten corrigeren. Ik hoef de ander niet te veranderen om in vrede te zijn. Door iemand niet te reduceren tot zijn gedrag, bevrijd ik vooral mezelf van oordeel, innerlijke strijd en angst.
Zo wordt ECIW praktisch. Liefde ziet helder. Liefde verwart essentie en gedrag niet. Liefde is niet naïef, maar wakker.
Jacco
Reactie plaatsen
Reacties