Altruïsme en assertiviteit: een zoektocht naar balans

Gepubliceerd op 4 september 2025 om 05:46

Altruïsme en assertiviteit: een zoektocht naar balans

Deze ochtend toen ik wakker werd kwam de vraag in me op hoe Altruisme zich verhoudt tot assertiviteit, opkomen voor je grenzen en wat hier in de verschillende tradities over bekend is. Met hulp van AI kwam ik tot de volgende tekst.

Altruïsme betekent dat je je richt op het geluk en welzijn van anderen. Dat kan je veel vreugde en vervulling brengen, zeker als je gelooft dat geven je gelukkig maakt. Toch schuilt er een risico in: wanneer je steeds maar geeft zonder grenzen te stellen, kun je uitgeput of zelfs berooid achterblijven. Dat hoeft geen probleem te zijn als je weinig waarde hecht aan materiële zaken, maar in het dagelijks leven – in de wereld van vormen – spelen grenzen wel degelijk een rol.

Het boeddhistische bodhisattva-ideaal biedt hierbij een interessante invalshoek. Een bodhisattva kiest ervoor om in de wereld te blijven om anderen te helpen, maar doet dit met wijs mededogen – een balans tussen compassie en inzicht. Het gaat erom dat je helpt vanuit innerlijke stabiliteit, zonder jezelf uit te putten.

Ook in de christelijke mystiek zien we dit terug: “Heb uw naaste lief zoals uzelf.” Dat “zoals uzelf” is wezenlijk. Liefde voor anderen betekent niet dat je jezelf moet wegcijferen, maar dat je vanuit eigenliefde en zorg voor jezelf een gezonde basis hebt om te geven.

In de Bhagavad Gita wordt benadrukt dat je handelt zonder gehechtheid aan de vruchten van je daden. Je geeft, maar je laat het resultaat los. Daarmee voorkom je teleurstelling en blijf je innerlijk vrij.

In non-duale stromingen – zoals Advaita of Een Cursus in Wonderen – wordt benadrukt dat echte hulp alleen voortkomt uit verbondenheid met de bron. Als je zelf leeg bent, heb je niets te geven. Als je vanuit liefde verbonden bent, stroomt die vanzelf door naar anderen, zonder dat het je uitput.

Wat al deze tradities gemeen hebben, is dat ze wijzen op de noodzaak van balans. Mededogen zonder wijsheid leidt tot uitputting; wijsheid zonder mededogen kan kil worden. De kunst is om de twee te verenigen.

Concreet betekent dit:

  • Stel gezonde grenzen. Dat is geen egoïsme, maar een manier om je energie te bewaken.

  • Onderzoek je intenties. Geef je uit liefde of uit een behoefte aan erkenning? Alleen het eerste put je niet uit.

  • Verzorg jezelf. Rust, voeding, stilte en meditatie vullen je bron, zodat je overvloedig kunt geven.

  • Laat verwachtingen los. Geef wat je te geven hebt, zonder gehechtheid aan hoe het ontvangen wordt.

Altruïsme en assertiviteit zijn dus geen tegenpolen, maar twee kanten van dezelfde medaille. Je kunt alleen echt geven als je ook goed voor jezelf zorgt. Vanuit die balans wordt altruïsme niet een vorm van zelfopoffering, maar een natuurlijke en vreugdevolle uitdrukking van liefde.

 

Hoe vind jij de balans tussen geven en je eigen grenzen bewaken?

 

Jacco